Er zijn verschillende soorten wachten. Je kunt wachten op iets waarvan je zeker weet dat het komt. Dat is het soort wachten op iets wat zeker weten gaat gebeuren. Je kunt ook wachten op iets wat niet (meer) komt. Het wachten dat voortkomt uit een illusie. Je verwacht iets en diep vanbinnen weet je dat het een loze verwachting is. Een wachten dat nergens op gebaseerd is en waar je je aan vast houdt. Als je gewend bent om jezelf voor de gek te houden, kun je deze twee vormen van (ver)wachten eenvoudig door elkaar halen. En dat is jammer, want je verspilt je tijd door vast te blijven houden aan een gedachte die niet geworteld is in de realiteit. Je kunt wachten op (h)erkenning of waardering van de ander die je nooit zult krijgen. Je kunt wachten op een schuld die nooit meer terugbetaald zal worden. Zie onder ogen dat je wacht op iets wat echt niet zal komen. Mogelijk hou je je vast aan een illusie omdat de werkelijkheid te pijnlijk is. Omdat je zoveel energie, tijd, geld erin hebt gestoken, dat je niet kunt geloven dat het je niets heeft gebracht. Het is waar, het is moeilijk om toe te geven dat alles voor niets is geweest. Al je verwachtingen, al het wachten, al het geven. Je verlangt naar iets wat niet reƫel is. En het erge is: het zorgt ervoor dat je verstart, dat je niet in beweging komt. Je komt niet verder. Het houdt je op je plek. Vraag je af welke illusie jij in stand houdt. En vraag je af of het niet productiever is om te erkennen dat het om illusies gaat die je echt nergens zullen brengen.