Over elke groep in de samenleving heb je zo je eigen mening. Over hun eigenschappen, hun handelwijze, hun ideeën. Je stereotyperingen hebben zo hun functie. Ze helpen je om de wereld te begrijpen. Er is zoveel om je heen wat moeilijk te begrijpen is. Stereotyperingen helpen je om een incompleet beeld compleet te maken. Ze bieden je een raster dat je kan helpen om snelle inschattingen te maken. Datgene wat je niet begrijpt, krijgt een ‘logische’ verklaring. Maar vergeet niet dat je eigen behoeften bepalen hoe je naar je omgeving, naar de wereld kijkt. Je ziet wat je wilt zien. Pas op als je je stereotyperingen loslaat op een individu uit een groep. Want stereotyperingen zijn vaak te generalistisch en overdreven. En soms pertinent onwaar. En ze ontkennen de uniciteit en eigenheid van iemand. Als je je onbewust bent van je stereotyperingen, doe je de ander tekort. Je ziet niet wie de ander is en wat die feitelijk doet. Je kijkt vanuit een bevooroordeelde blik naar de ander en je zult dan zien wat je wenst te zien. Stereotyperingen hebben daarnaast een ander negatief effect. Je hebt net als de ander de behoefte om je goed te voelen. Als je je niet goed voelt, dan gebruik je sneller negatieve stereotyperingen om de ander kleiner te maken. Door de ander te kleineren vergroot je jezelf. En dit kun je ‘makkelijker’ doen met de ander die uit een groep komt waarover negatieve stereotyperingen in omloop zijn. Juist omdat je weet dat er negatieve stereotyperingen zijn, voel je jezelf gelegitimeerd om de ander negatief af te schilderen en weet je intuïtief dat je weinig weerwerk van je omgeving zult krijgen, omdat die dezelfde vooroordelen onderschrijft. Als je goed in je vel zit, kijk je anders naar de wereld en zul je minder geneigd zijn om een ‘lijdend voorwerp’ te zoeken over wie je denigrerend of negatief kunt spreken. Stereotyperingen zijn voornamelijk ‘voordelig’ voor jezelf, maar doen het ‘lijdend voorwerp’ in de meeste gevallen tekort.