Als je de ander zonder verzoek van hem/haar advies geeft, creëer je onbedoeld problemen. Als de ander je geen vraag stelt, geeft die ander impliciet aan dat hij/zij geen behoefte heeft aan een advies. Omdat er volgens hem/haar geen vraag of probleem is. Of omdat de ander geen advies van jou hoeft. Los van het gegeven dat de ander je niets vraagt, is er een ander aandachtspunt. Je ontneemt nl. de ander ontwikkelingsmogelijkheden. Als je namelijk advies geeft, breng je jouw gedachten, ideeën, meningen in het midden en ‘dwing’ je de ander om zich op dat wat jij zegt te richten. Je ontneemt de ander om zijn/haar soms ingewikkelde gedachten, gevoelens met je te delen. Als de ander die deelt, kan hij/zij deze met jou overdenken. Je blokkeert – onbewust en onbedoeld – de ander om initiatief te ontwikkelen en creatief te zijn. Door ongevraagd advies te geven, geef je jezelf een te grote rol en je laat de ander zich afhankelijker voelen dan hij/zij wil. Dit keert zich altijd tegen je in de vorm van wrevel, irritatie en een afhoudende houding van de ander die je eigenlijk wilt ondersteunen. Wil je toch jouw inzichten, adviezen delen, vraag dan toestemming van de ander. Vraag of de ander het op prijs stelt om jouw gedachten over een bepaalde situatie, een bepaalde waarneming of een bepaalde eigenschap te delen. Beschrijf wat je ziet, denkt, voelt en doe dat zo concreet mogelijk. Kijk hoe dat valt. Als je merkt dat de ander niet begrijpt wat je bedoelt, geef dan concrete voorbeelden. Spreek vanuit jezelf, dus in de ik-vorm. Geef aan wat de effecten van iets zijn op jezelf, op een ander. En onderzoek samen met de ander wat de ander kan veranderen. Als je merkt dat er weerstand is bij de ander, vraag je dan af of het het juiste moment is. Vraag je af of jij de persoon bent die een advies moet geven. Kortom: door weerstand te tonen geeft de ander aan dat hij/zij niet openstaat voor jouw inbreng. Respecteer dit signaal van zelfbescherming.