Van oudsher is bekend dat er verlokkingen, verleidingen bestaan die ongezond of zelfs gevaarlijk zijn voor de mens. En ook al zijn de negatieve effecten bekend, toch blijven er mensen die gehoor geven aan de verleidingen en doen wat niet goed voor hen is. De lokkende kracht is te groot voor hen. Als we het als een gegeven zien dat er altijd verleidingen blijven die ongezond en gevaarlijk zijn en dat er mensen blijven die daar geen nee tegen kunnen zeggen, dan is de vraag of we daarnaar kunnen handelen. Laten we niet boos worden over dat mensen de verlokkingen niet kunnen weerstaan, maar laten we de zwakheid van de mens als een gegeven zien. Laten we niet uitgaan van hoe het zou moeten zijn, maar hoe het feitelijk is. En daarnaar handelen. De overheid zou de rol kunnen pakken dat verlokkingen die merendeels negatieve gevolgen hebben voor mens of omgeving moeilijk toegankelijk worden gemaakt, zodat zoveel mogelijk mensen weerhouden zullen worden. En als mensen dan toch geen nee kunnen zeggen en ‘bezwijken’, dan zou de overheid zich ervoor verantwoordelijk kunnen voelen dat als mensen over de streep gaan er zoveel mogelijk veiligheid en zo min mogelijk schade en overlast is voor zichzelf en de omgeving. Gaan we uit van hoe het zou moeten zijn dan zijn we niet realistisch bezig en gaat er meer kapot dan ons lief is.