Je kent het misschien wel: je bent teleurgesteld in iets of iemand, je bent onheus bejegend, gekwetst, gefrustreerd, noem maar op. Je hebt de neiging om de ander aan te spreken. Het moet eruit. De ander moet weten wat je van iets vindt. Je hebt een mening en die moet eruit. Je hebt een vraag die beantwoord moet worden. Je kunt niet wachten. Je trappelt van ongeduld. Als je lastige dingen aan de orde wilt stellen die emotioneel bij jou liggen en waarschijnlijk ook gevoelig zijn bij het ‘lijdend voorwerp’, weet dan dat als je het ‘gesprek’ tot een goed einde wilt brengen niet het moment waarop jij ‘zaken wilt doen’ bepalend zou moeten zijn, maar het moment waarop het voor de ander goed uitkomt. Kies een moment uit dat goed is voor de ander. Een moment waarop de ander niet een vol hoofd heeft, overbelast is, want dan kan er niets (meer) bij. Als iemand het druk heeft en jij komt met iets ingewikkelds, dan is er een bijzonder grote kans dat de interactie verkeerd uitpakt. Het is een mogelijk goed bedoelde en correcte boodschap op het verkeerde moment. Als iemand grote problemen heeft, zul je goed moeten afwegen of het echt nodig is om iets te zeggen. En als dat wel nodig is, moet je je af vragen wat het minst slechte moment is. Als je echt wilt dat de ander openstaat voor wat je zegt en er ook echt iets mee gaat doen, check dan bij de persoon in kwestie wat een goed moment is en respecteer dat ook, al is dat op een later tijdstip dan jij in je hoofd hebt.