Je kent het misschien wel: je hebt een idee, een oordeel over de ander. En die gedachte, dat oordeel kun je lastig loslaten. Je bent bezig met die persoon in je hoofd en hoe meer je over hem/haar denkt, hoe sterker jouw (negatieve) gedachten, oordelen worden. Alles wat de persoon doet of zegt is een bevestiging van wat je al dacht. Je creëert beelden over de ander die volledig loszingen van de werkelijkheid. Deze loszingende beelden zijn bijzonder gevaarlijk. Want het zijn beelden die in jouw hoofd gevormd worden, die door je eigen gedachten versterkt worden. Die gedachten beïnvloeden je perceptie van de werkelijkheid. Je ziet niet wat er is. Je ziet wat je denkt dat er is en wat je eigen beeldvorming ondersteunt. Dit is een risicovolle aangelegenheid, zeker als je negatieve beelden van de ander hebt. Je doet door deze selectieve perceptie de ander geen recht en er ontstaat ook een ’vreemde’ communicatie tussen jou en de ander. Je reageert op jouw beelden die je hebt gevormd over de ander. En omdat die maar deels geworteld zijn in een feitelijke werkelijkheid kun je met je woorden de ander nooit bereiken, omdat jouw woorden niet aansluiten bij hoe de ander in feite is. Je krijgt rare fricties. Jouw negatieve beeld staat tussen jou en de ander in, waardoor de ander zich onveilig voelt in jouw omgeving. En terecht! Deze onveiligheid heeft haar weerslag op de manier waarop de ander jou bejegent. Het negatieve circus is in gang gezet. Ben je je bewust dat het negatieve beeld dat je je hebt gevormd over de ander ook een negatief effect heeft op de manier waarop de ander naar jou kijkt? Je doet de ander tekort door zo’n negatief beeld van hem/haar in je hoofd te hebben. En je doet jezelf (op termijn) tekort omdat de ander ook een negatief beeld van jou op zijn/haar netvlies krijgt. Dat heeft zo zijn gevolgen voor jouw imago. Je kunt negatieve beelden alleen maar transformeren door de ander op te zoeken, de ander in levende lijve te ontmoeten, de ander in de ogen te kijken. Zoek de ’confrontatie’ met de praktijk op, kijk met een open blik naar de ander. Je zult merken dat je beelden niet overeind kunnen blijven, dat je je beeld moet bijstellen als je de ander in de ogen hebt gekeken. Een gewoon mens die niets beter of minder is dan jij. Als je merkt dat je de ander ontloopt, dat je de blik van de ander ontwijkt, laat dat zien dat je denkt dat je er baat bij hebt om het negatieve beeld over de ander in stand te houden. Weet dat daardoor je beeld loszingt van de werkelijkheid en dat dat alleen maar verliezers en slachtoffers oplevert. Wees mens onder mensen en werk aan het opheffen van je negatieve beelden over de ander.