Het is wonderlijk hoe lastig het is om je houding en gedrag te veranderen. Je kunt beseffen dat een bepaald gedrag niet goed of misschien zelfs ronduit gevaarlijk voor jezelf en je omgeving is. En toch, ondanks dit besef verander je niks en ga je door met wat je deed. Je past je kennis en inzichten niet toe. Je gaat door tegen beter weten in. Dit aparte fenomeen kan verschillende oorzaken hebben.  Een veronderstelling is dat je onrustig wordt als je iets kan doen maar het niet mag. Door iets wat niet goed is en wat je wel kunt doen toch te doen, maak je een einde aan deze onrust. Het kan ook zijn dat je doodeenvoudig niet weet hoe je ander, nieuw gedrag kunt invoeren. Je bent gewend aan het gebruikelijke gedrag en je weet niet hoe je het andere gedrag kunt beginnen. Je kent doodeenvoudig de eerste stap niet. Zo simpel kan het zijn, je begint er niet aan, want je weet niet hoe het moet en je vraagt geen hulp. Omdat je dat niet gewend bent, omdat je je schaamt voor het niet-weten of omdat je te ijdel bent. Het woord ’moeten’ is voor sommigen een irritant woord: het roept recalcitrantie op. Iets moeten of niet mogen wordt ervaren als een aantasting van de persoonlijke vrijheid, de eigen autonomie. En om te laten zien dat je zelf wel zult uitmaken wat goed en niet goed is, doe je wat niet goed is om te laten zien dat jij je door niemand iets laat gezeggen. Je bevestigt je vrijheid door iets te doen waarvan een ander zegt dat je het niet moet doen. Je persoonlijke autonomie is je dan blijkbaar meer waard dan bijvoorbeeld geliefd zijn, gezond blijven of  je persoonlijke veiligheid. Als er negatieve bewoordingen in een zin voorkomen  , is het mogelijk dat je je daarvoor per ommegaande afsluit.  De afweer en weerstand is groot. De boodschap komt niet aan en dringt niet binnen. Als de ‘niet-boodschap’ omgezet wordt naar een positieve boodschap wat je wel mag of kunt, blijkt dat er meer ontvankelijkheid is en dat er geen verzet wordt gepleegd. Geef je (jezelf) positieve opdrachten met hetzelfde effect als wat je met een negatieve boodschap wilt bereiken, dan zul je merken dat jij zelf en de ander daar echt voor openstaan en hoogstwaarschijnlijk gaan doen of gaan laten wat er bedoeld wordt. Het kan ook zijn dat je een groot ego hebt. Je wilt zelf bepalen wat je doet in je eigen universum en daarin ga je heel ver. Je past niet toe wat je weet, omdat je dan het gevoel hebt dat een ander, een idee of een theorie te veel macht over je krijgt. Je hebt de indruk dat je je te veel aanpast en dat bevalt je niet.  Het kan ook zijn dat je ertegen opziet om iets te veranderen. Je houdt van vaste patronen en je schuwt verandering. Je wilt de controle houden, omdat je de veilige, bekende situatie wilt handhaven. Ook al weet je dat die niet goed is, dat die misschien zelfs negatieve gevolgen met zich meedraagt. Je ego is zo groot dat die elke verandering afwijst die van buitenaf geadviseerd is, omdat het niet uit de eigen koker komt.  Duurzame verandering vraagt discipline, toewijding en geduld. Verandering in je houding, in je gedrag beklijft niet met enkele snelle acties. Het vraagt een bewuste keuze om het anders te willen, om vandaaruit het ook anders te gaan doen. Het anders doen gaat niet vanzelf en vergt soms veel oefening voordat het echt deel van je zelf is geworden. Tussen weten en feitelijk doen ligt dus nog een hele wereld. Wat staat jou in de weg om te doen wat je weet?