In onze tijd waarin een grote focus ligt op assertiviteit, individualisme, zelfontplooiing, lijkt gehoorzaamheid een besmet woord. Een eigenschap uit een ver verleden die niet nastrevenswaardig is. Zij refereert aan ondergeschiktheid, willoos een ‘leider’ volgen. Weinig sexy in tijden waarin wij onszelf zijn en autonomie hoog in het vaandel hebben staan. Gehoorzaamheid wordt gekoppeld aan onderdanigheid, conformisme, onderwerping. Allemaal negatieve associaties waardoor je makkelijk de conclusie kunt trekken dat het een eigenschap is die je niet hoeft te praktiseren. Is dit niet een te snelle conclusie? In het werkwoord gehoorzamen zit horen en in feite zit er aan elkaar gehoor geven in verweven. Wat refereert aan horen met je hart, opmerkzaam zijn, aanvoelen wat de situatie van je vraagt? Het betekent openstaan voor datgene wat de persoon of situatie van je vraagt. Je afstemmen op datgene wat de ander of de situatie je te zeggen heeft. Dat is iets heel anders dan wat je normaal gesproken denkt bij dit woord. Niet klakkeloos een leider volgen, doen wat een specialist zegt, maar zorgvuldig luisteren welke ‘oproep’ tussen de regels door klinkt waaraan je gehoor mag geven. Het interessante is ook dat je dan tot de conclusie kunt komen dat het bijzonder verstandig is om naar de medewerker bij de HEMA, de leraar, de dokter, de rechter, de priester te luisteren, omdat ze je iets te melden hebben wat navolgenswaardig is, omdat ze op een bepaald terrein meer weten dan jij, een autoriteit  zijn. Je kunt gehoorzaam zijn, niet alleen aan iemand die formeel boven je staat, maar ook aan iemand die jonger is dan jij, je kind of iemand van wie je de  opvoeder bent, iemand die minder opleiding heeft dan jij, die korter in het vak actief is, aan wie je leiding geeft. Je gehoorzaamt omdat je luistert naar wat de situatie of de persoon nodigt heeft. Echte gehoorzaamheid – luisteren met de oren van je hart – is van alle tijden en is een kwaliteit die altijd van pas komt en die ontwikkelingswaardig is!