Ieder mens krijgt in zijn/haar leven het nodige te verwerken, te (ver)dragen. Het gezegde ‘ieder huisje heeft zijn kruisje’ geeft aan dat ieder mens krijgt te dealen met eigen beperkingen, unieke tegenvallers en zo je wilt authentieke uitdagingen. Als je van een afstandje naar het leven van sommige mensen kijkt, kun je je soms de vraag stellen hoe zij in staat zijn om zich te handhaven gezien de situatie waarin zij verkeren. Soms is het veel wat mensen meemaken, te veel voor een mensenleven, denk je menselijkerwijs gesproken. Het interessante is dat onderzoek laat zien dat alhoewel mensen hun leven, hun lot als (bijzonder) zwaar kunnen ervaren, dat zeker niet betekent dat zij willen ruilen met dat van een ander. Als mensen bij wijze van spreken wordt gevraagd of zij hun leven willen ruilen met dat van een ander, dan blijkt men dat niet te willen als men zich goed laat uitleggen hoe de last van de ander er feitelijk uitziet. Het is goed mogelijk dat je in de ogen van een ander een pittig leven hebt, dat je een zwaar kruis te dragen hebt. Maar dat je je eigen leven, je kruis zelf anders, lichter ervaart. Je kunt met je kruis omgaan en je hebt er geen behoefte aan om het van je af te schudden of om het te ruilen voor een kruis dat lichter lijkt. Dat kan komen omdat je je probleem, je situatie accepteert. Je vecht er niet tegen, je ziet het als een gegeven. Je piekert er niet over, het houdt je niet uit de slaap. Je praat er met de ander over. Je vraagt advies, ondersteuning en hulp. Als de ander aanbiedt je te helpen accepteer je die hulp zonder schroom. Deze zaken zorgen ervoor dat je voorkeur hebt voor je eigen kruis, omdat je weet hoe je daarmee om kunt gaan, want je kruis is zich misschien zelfs gaan vormen naar jouw ‘ zijn’. Het ziet er dan uit als een natuurlijk onderdeel van wie jij bent en zo voelt het ook.