Wat is het toch dat je de behoefte hebt om te oordelen, te veroordelen en om vooroordelen te hebben? In veel gevallen oordeel je om jezelf beter te voelen dan de ander. Je krijgt het gevoel dat je beter, slimmer, sneller bent dan de ander. Dit geeft een boost aan je eigenwaarde, het is een opkikker voor je ego. Je eigenwaarde lijkt te stijgen, waardoor je het gevoel kunt krijgen dat anderen je ook hoger ‘inschalen’. Als jouw mening over een ander voor jou geldt als een gegeven, als een feit, dan heb je een oordeel. Je vergelijkt iets of iemand met wat jij vindt en dat is wat jou betreft ‘normaal’ en de standaard. Een vooroordeel heb je los van of je nu iets of iemand zelf hebt gezien of gehoord. Je hebt een mening over iets of iemand zonder dat je de persoon of situatie kent, zonder dat je adequaat onderzoek hebt gedaan. Je oordeelt zonder kennis van zaken, zonder feiten. Veroordelen is een bepaalde houding, een bepaald gedrag afkeuren. Je wijst een bepaalde mening of besluit af. Je geeft een vernietigend oordeel, waardoor geen ruimte is of wordt gevoeld voor het uiten van een andere visie. Als je snel geneigd bent om te (ver)oordelen of een vooroordeel te hebben, geeft dat aan dat je permanent aan het waarnemen, analyseren, toetsen en bekritiseren bent en dat je snel ergens een etiket op plakt. Dit geeft je zogenaamd helderheid, duidelijkheid. Je vindt het blijkbaar plezierig om iets of iemand te etiketteren zodat je het of die persoon in een hokje kunt zetten. In veel gevallen verwijst deze minder aangename eigenschap naar een zekere onvrede over wie jezelf bent of hoe je omstandigheden zijn. Je baseert je oordelen op eigen positieve en negatieve levenservaringen en die sluiten jou af van andersoortige informatie, informatie die datgene wat jij vindt zou kunnen ontkrachten. Onze maatschappij stimuleert van jongs af aan iedereen om zijn/haar mening te uiten.Tegenwoordig kan dat op vele manieren. Als je een mening hebt hoor je er bij, je wilt net als de ander gezien en gehoord worden. Je krijgt zelf aandacht, al gaat dat over de rug van of ten koste van de ander. Door te oordelen over een ander zet je de ander op afstand en door die actie ontmenselijk je de ander in feite ook. Je geeft jezelf (nog meer) een vrijbrief om de ander in diskrediet te brengen, want dat doe je door over de ander te oordelen. Door de ander te veroordelen kun je reuze veel negatieve invloed hebben op zijn/haar leven. De ander kan onzeker worden, zeker als die toch al niet zo stevig in zijn/haar schoenen staat. Je voedt het minderwaardigheidscomplex van de ander, wat hem/haar kan belemmeren om te zeggen wat hij/zij echt denkt. In feite pest je de ander en kun je ervoor zorgen dat de ander geïsoleerd raakt. Jouw neiging tot (ver)oordelen krijg je zeker ook terug. Het blijft niet zonder gevolgen. Als je oordeelt, geeft dat negatieve energie om je heen. Die negatieve energie houdt de ander op afstand, waardoor jouw wereldje kleiner wordt. Daarnaast zijn er momenten waarop blijkt dat je (voor)oordelen niet kloppen en sta je flink voor schut. Je zult moeten erkennen dat je het verkeerd zag. Het is de kunst om het goede in de ander te zien en je best te doen de ander te begrijpen. Dat lost bijna alle (voor)oordelen op. Zorg ervoor dat je jezelf corrigeert als je voelt dat je gaat oordelen. Kijk of je tegenover elk negatief ‘oordeel’ ook een positief oordeel kunt formuleren. Je zult eerst wat moeten wennen, maar als je jezelf deze vaardigheid aanleert, heb je goud in handen. Verdiep je in nieuwe en onbekende dingen, sta ervoor open voordat je er een oordeel over velt. Geef alleen je mening als de ander daar om vraagt. En als dat zo is, laat dan alleen iets los als je het gevoel hebt dat je voldoende zicht op de zaak hebt, als je een duidelijk beeld hebt wat de situatie is.