Overal waar mensen in groepen bijeen zijn is er sprake van uitsluiting. Uitsluiting is in psychologische zin het ergste wat iemand kan overkomen. En wat je iemand kunt aandoen. Als je in gezelschap bent, kun je de ander op een aantal heel subtiele manieren uitsluiten:
– door de veilige weg te kiezen en je te focussen op degenen die je kent;
– door je te richten op degene die je (ogenschijnlijk) sympathiek vindt;
– door bij hen te gaan zitten, misschien zelfs met je rug naar de ander toe;
– door heel gericht aan bepaalde mensen aandacht te geven, hen vragen te stellen of hen te complimenteren;
– door een plaats voor hen bezet te houden;
– door de ander die je (nog) niet kent geen aandacht te geven.
Bewust geen aandacht geven is in feite negeren. Negeren houdt in dat je het bestaan van de ander ontkent. Dit heeft grote gevolgen voor de ander. Zeker als het uitsluiten, het negeren lang duurt. Door de ander te ontkennen kan zich een destructief intern proces bij diegene ontketenen. Als deze zich – terecht – niet gezien voelt, kan hij/zij een laag zelfbeeld ontwikkelen: ik ben niemand, ik kan niks, ik ben niet interessant. Door dit negatieve zelfbeeld kan het zijn dat hij/zij zich in groepen nooit (meer) op zijn/haar gemak voelt. Dat kan ontaarden in ‘vreemd’ gedrag, zoals:
– op een extreme manier aandacht vragen;
– commentaar leveren op willekeurige momenten;
– op een vasthoudende manier de aandacht claimen;
– nauwelijks een mond open doen.;
– geen vraag durven stellen;
– geen reactie durven geven.
Realiseer je dat je een grote negatieve invloed hebt op het leven van de ander als je al dan niet bewust de ander uitsluit. Wil je dat op je geweten hebben? De behoefte om een ander welbewust uit te sluiten heeft te maken met je eigen gevoelens van onzekerheid. Je bent bang dat je zelf buiten de boot valt, geen plek verwerft in de groep. Om te zorgen dat dat je niet overkomt, doe je alles om je in verbinding te stellen met de ander. En als het nodig is ten koste van een ander. Weet wel dat het altijd gevolgen heeft als je de ander uitsluit om jezelf veilig te stellen. Vraag je af of het niet anders kan. Kun je je niet op zo’n manier inzetten dat je een verbinding maakt met iedereen? Dat hoeft niet met iedereen in dezelfde mate. Dat kun je niet waarmaken. Maar je kunt wel de intentie hebben dat je met iedereen een verbinding legt, omdat je wilt voorkomen dat je je aandacht geeft aan een beperkt aantal mensen. Dat laatste heeft vaak als doel dat je je aan hen bindt, zodat je verzekerd bent van acceptatie en een plek in de groep. En jouw streven naar acceptatie heeft vaak de consequentie dat de ander buitengesloten wordt. En dat moet je niet willen.