Herken je dit? Dat je enorm moet huilen bij een begrafenis van iemand met wie je misschien niet eens een heel intense relatie had? Dat je overmand wordt door verdriet en dat je verbaasd bent over je eigen emoties? Of dat je ineens ontploft van boosheid. De situatie kan je boosheid misschien ‘rechtvaardigen’, maar de mate van boosheid is buitenproportioneel. ‘Hè, hoe kun je hier nou zó boos om zijn …’

Je hebt dan je te maken met uitgestelde emoties.

Misschien ben je opgevoed met het idee dat je emoties binnen moet houden. Je hebt dan de neiging om iets wat je voelt onder de pet te houden, of je je nou verdrietig, boos, vrolijk, blij, rusteloos of lusteloos voelt. Daar moet je een ander er niet mee belasten of in verlegenheid brengen. Dus word je bijvoorbeeld niet boos, omdat je geleerd hebt dat de ander dan schrikt of misschien bang wordt.

Maar al die gevoelens moeten eruit, om ze te kunnen verwerken.

We vergeten weleens, dat niet alleen je hoofd nodig is om iets te verwerken, of iets los te kunnen laten, maar dat hetzelfde proces eigenlijk ook in je lichaam verloopt. Wat je in je hoofd op een rij zet, moet ook nog verwerkt worden in je lichaam. Je lichaam ‘weet’ precies welke emoties erin zitten. En op het moment dat er blijkbaar een reden is dat je de deksel er niet meer op kunt houden, kunnen je emoties vrijer stromen en soms buitenproportioneel overkomen.

Maar die emoties komen naar buiten, omdat ze verwerkt willen worden! En op het moment dat je ze inslikt, of jezelf onder controle probeert te houden, dan doe je iets kunstmatigs, je doet de deksel op je eigen emoties. Dat kunnen zowel negatieve als positieve gevoelens zijn.

Al die weggestopte emoties kunnen niet verwerkt worden, omdat ze niet naar buiten mogen. Je kunt er vergif op innemen dat ze op een tijdstip naar buiten komen dat je het helemaal niet verwacht. En dan raak je overmand door bijvoorbeeld verdriet. Oud verdriet. Eigen verdriet, dat dan vrijkomt. Of door boosheid. Daar kun je zelf ook heel erg van schrikken of verbaasd over zijn. En sommige mensen schamen zich ervoor, omdat ze het zelf niet goed begrijpen.

Maar die emoties liggen al een hele tijd opgeslagen om naar buiten te komen, en ineens is het moment daar. Ze hebben het moment gewoon afgewacht.

Dus doordat je je emoties niet lichamelijk hebt geuit, heb je de verwerking van iets uitgesteld.

Op zich is het goed dat het naar buiten komt, maar doordat je ze eigenlijk op andere momenten hebt ingehouden, heb je jezelf veel langer belast dan nodig was. Door je emoties uit te stellen kunnen ze op onverwachte momenten en groter naar buiten komen. En dat kan ook weer tegen je werken, als je je schaamt voor je eigen buitenproportionele emoties.

Wat je kunt doen:

Als je ze voelt of je realiseert dat ze er zijn, zoek een rustig moment, alleen of met iemand anders; haal de situatie die jou geëmotioneerd heeft naar boven en laat je emoties vrijkomen. Wacht daar niet te lang mee. Om jezelf te ontlasten!