Je kent het wel: je hebt in je eigen ogen (en in die van een ander) iets doms gedaan, er is iets misgegaan en je piekert. Je herhaalt de film en je vraagt je af wat de oorzaak is. Je pluist alles zo goed mogelijk uit, want je wilt dat zoiets nooit meer gebeurt. Als je jezelf en je gedrag van een afstandje bekijkt, zul je verbaasd zijn hoeveel tijd je besteedt aan datgene wat heeft plaatsgevonden. Door dat te doen, stuur je je brein om zich te richten op je probleem. Door je daarop te richten wordt je brein niet geprikkeld om open te staan voor andere mogelijkheden, voor nieuwe kansen. Het wordt als het ware meegezogen in het probleemgericht denken, wat niet zo gezond en heilzaam is voor je gemoedsgesteldheid. Ga de uitdaging aan door niet terug te blikken maar vooruit te kijken. Focus je op de toekomst en stel jezelf de vraag: hoe kan ik het morgen beter doen? Ga ervan uit dat er minimaal vier aspecten zijn die je kunt doorvoeren om het beter te doen dan tot nu toe. Je zult verbaasd zijn welk proces je dan bij jezelf op gang kunt brengen. Door deze manier van denken te introduceren voorkom je dat je in een angstmodus schiet waardoor je blik vernauwt en je geen verbeteringen en oplossingen ziet.