Stoor jij je ook zo aan de ander die door zijn/haar woordkeuze geen helderheid verschaft. Het doet je denken aan politici die niet willen zeggen wat ze echt bedoelen. Of die niet weten wat ze moeten zeggen. Misschien ben je zelf ook niet concreet genoeg. En zie je de ander glazig kijken of zelfs ‘afhaken’. Door je woordkeuze kun je zoveel ruimte laten dat de ander niet weet waar hij/zij aan toe is. Je creĆ«ert afstand en verwarring door vaag taalgebruik. Door onduidelijk te zijn, overbodige woorden te gebruiken etc. Als je een slag om de arm wilt houden, geen kleur wilt bekennen, kun je de ander proberen te misleiden met omslachtige formuleringen en verhullend taalgebruik. Als je echt contact wilt en wilt dat de ander je begrijpt, kun je oefenen in concreet taalgebruik. Als je erop gaat letten en je gaat je best doen om zo concreet mogelijk te spreken, bespaar je jezelf en de ander veel tijd. En irritatie. Je kunt jezelf concreet uitdrukken door datgene wat je wilt vertellen in heel precieze, kleine stappen op te delen. Hoe algemener je bent, hoe sneller de ander afhaakt. Vertel je verhaal zodanig dat de ander een concreet plaatje kan vormen. Als je merkt dat je het lastig vindt om concreet te worden, stel je zelf dan een paar vragen. Weet je waar je het over hebt? Begrijp jezelf wel wat je wilt zeggen? Ben je bang voor de reactie van de ander? Verwacht je bijvoorbeeld kritische of moeilijke vragen? Of weerstand? Vind je het lastig om voor je mening uit te komen? Als je vaag taalgebruik hanteert, heeft dit altijd een reden. En het heeft altijd een (negatief) effect op je interactie met de ander. Vraag jezelf eens af of het niet anders kan.