Ken je dat? Op allerlei manieren ben jij en is mogelijk ook de ander bezig om gif te verspreiden. Het lijkt op het eerste gezicht zo onschuldig. Je praat met een collega over een andere collega en je uit je kritiek. Je laat jezelf vrijelijk gaan en zegt openlijk wat je van hem/haar vindt. Wat hij/zij niet kan, welke steken de ander in jouw beleving laat vallen etc. De ander doet ook zijn/haar zegje en mogelijk ‘inspireert’ het jou om nog een duit in het zakje te doen. Voordat je het weet ben je betrokken bij een kleine ‘zwart-maak-campagne’. En lever je onbewust en mogelijk ongewild een actieve bijdrage aan de voorbereidingen van een degradatieproces of zelfs een ontslagprocedure. Jouw kwaadsprekerij kan grote gevolgen hebben voor het leven van degene over wie je kwaadspreekt, maar ook over dat van jou. Door kwaad te spreken over de ander tast je je eigen integriteit aan. Want als je kwaadspreekt over een ander, heeft dat ook altijd gevolgen voor hoe anderen naar jou zullen kijken. Kwaadspreken over de ander geeft slecht een kortetermijnbevrediging. Al vrij snel nadat je je uitspraken hebt gedaan zul je – normaal gesproken – merken dat je een nare smaak in je mond hebt, omdat je voelt dat kwaadspreken over de ander je zelf ook niet goed doet. Als je de impuls voelt om kwaad over de ander te spreken, vraag jezelf dan af wat je kunt doen om de ander – over wie je een boekje open wilt doen – te steunen. Je benut dan je waarnemingen op een positieve manier. Dit kan positief uitwerken voor degene om wie het gaat en je houdt jezelf in ere.