Als er een positieve, constructieve sfeer is, kom je tot een betere interactie met de ander en tot betere prestaties en resultaten. De sfeer bepaalt meer dan je denkt. Welke bijdrage lever jij aan een goede sfeer en daarmee aan een voedingsbodem, een klimaat om tot goede prestaties te komen? Voel je je vrij om los te gaan en voluit te mopperen over iets of iemand waar anderen bij zijn? Heb je er geen enkel bezwaar tegen om te klagen over van alles en nog wat? Zie je er niet tegen op om ongenuanceerd te keer te gaan over iets of iemand, zelfs wanneer je niet van de hoed en de rand weet? Durf je ongegeneerd te piepen en te zeuren over iets, terwijl je zelf nauwelijks iets hebt gepresteerd? Misschien is het goed je af te vragen waar je het ‘recht’ vandaan haalt om het leefklimaat van de ander te vervuilen. Wie jij wel niet bent om de sfeer aan te tasten. Klagen helpt niet. Zeuren wekt slechts irritatie op. Piepen maakt dat je gezien wordt als een peuter. Ongenuanceerd en mogelijk ongefundeerd je gal spuwen laat slechts zien hoe gering je zelfcontrole is. Doe welbewust aan sfeerbeheer. Als je ontevreden bent, denk dan eerst na voordat je zegt wat je vindt. Hoe kun je op een effectieve en constructieve manier je ontevredenheid kenbaar maken? Hoe doe je dat en bij wie kaart je dat wanneer aan? Heeft een ander, die niets aan de situatie kan doen, er iets aan dat je je gal spuwt, je frustraties uit, je ongenoegen deelt? Hoogstwaarschijnlijk niet. Dus denk na wat jij kunt doen aan het voorkomen van elke vorm van ondoordachte en ongepaste  milieuverontreiniging!