Er zijn twee essentiële basisbehoeften die in je dagelijkse leven met elkaar in conflict kunnen zijn. Je behoefte om jezelf te kunnen zijn, om te accepteren wie je bent, om te doen wat bij je past. En de behoefte om deel uit te maken van een groep, de behoefte om ergens onderdeel van te zijn. Voldoen aan de behoefte bij een groep te willen horen, kan veel energie en inzet van je vragen. Je aanpassen om niet uit de boot te vallen is gedrag dat je mogelijk bij je zelf of een ander herkent. Je doet en laat zaken om er in te passen, om geen overlast te bezorgen, om niet op te vallen. Je houdt je mond dicht, terwijl er dingen worden gezegd waar je het jouwe van denkt. Je zegt niks, terwijl er gemene dingen over een ander worden gezegd die voor geen meter kloppen. Misschien herken je het jezelf aanpassen, het perfect willen doen en het ‘pleasen’. Dit alles om je onderdeel te voelen van een groep, een geheel. Een groep kan je veel bieden: inspiratie, gezelschap, hulp, gevoel van erbij horen en veiligheid. Het kan ook zijn dat je voelt dat je te veel inlevert van jezelf om erbij te mogen of kunnen horen. Je wordt doodmoe om iemand anders te zijn dan je bent. Als je niet jezelf kunt zijn in een groep, dan eist dat zijn tol: je wordt eenzaam en je kunt zelfs een depressie, verslaving of angsten ontwikkelen. Je zit dan op een heilloze weg en je aanpassingsvermogen – dat een kracht is – gaat tegen je werken en schaadt jezelf. Het is de vraag of uit de groep stappen op welke manier dan ook de juiste oplossing is. De uitdaging is om jezelf te zijn in de groep. Het is een kunst om alleen te staan in een beslissing die voor jou goed is/voelt en die door anderen veroordeeld wordt. Voor jouw keuze blijven staan met de kans op afwijzing, kritiek is niet niks. Het vraagt kwetsbaarheid en moed. Het kan en vraagt een keuze om bewust een aantal principes te leren leven. Praktiseer de gedachte dat je verbonden bent met iedereen, ook met de ander die ver weg van je staat, met wie je veel moeite hebt, die jou pijn heeft gedaan. Dit vraagt dat je blij bent voor en met de ander. Dit vraagt dat je mee kunt lijden met de ander die pijn of verdriet heeft. Dat je je realiseert dat zijn/haar pijn de jouwe is. Het vraagt dat je je inzet om de verbinding met de ander te zoeken, de overeenkomsten te blijven zien, ook al heeft de ander ideeën, gedragingen die niet aansluiten bij die van jou. Je voorkomt bewust het wij/zij-denken in je zelf en in relatie tot de ander. Het daagt je uit genuanceerd te blijven luisteren en reageren naar de ander. Sta open voor de gedachte dat er verschillende perspectieven zijn en dat die naast elkaar kunnen en mogen bestaan. Wees nieuwsgierig naar de ander die ergens totaal anders over denkt dan jij en wees oprecht belangstellend. Vraag de ander om er meer over te vertellen en haak er niet meteen op in als blijkt dat meningen op halve waarheden of feiten zijn gebaseerd. Jezelf blijven en de verbinding houden met de ander vraagt om niet de competitie met de ander aan te gaan en de ander schaamte of gezichtsverlies te besparen. Het is mogelijk om jezelf te zijn en je verbonden te voelen met de ander die zo anders is: je staat voor wie je bent of wat je vindt en je bent open en ontvankelijk voor de ander die anders denkt en doet.