Bij je geboorte heb je een innerlijk vuur meegekregen dat ervoor zorgt dat je wilt leven en – als dat nodig is – dat je kunt overleven. Je vuur komt voort uit je persoonlijke energie. Het vuurtje is er in principe altijd, maar het vraagt maar een ding van je: dat je het regelmatig voedt. Doe je dat niet, dan verlies je je kracht, word je cynisch, mat, futloos, verbitterd en heb je een nare uitstraling. Als je vuur gedoofd is, zul je weinig mensen om je heen hebben, want je bent geen prettig gezelschap. Het ontbreken van je vuurtje zorgt ervoor dat je zelfliefde afneemt en je gebrek aan zelfvertrouwen met rasse schreden toeneemt. Als je je innerlijke vuur onvoldoende voedt, kunnen er een aantal zaken spelen. Je geeft je angsten een te grote rol in je leven. Je angst om te falen, teleur te stellen, er niet bij te horen, voor paal te staan, afgewezen te worden, kritiek te krijgen etc. Dit soort angsten zorgt ervoor dat je jezelf verlamt en dat je tot weinig komt. Onderzoek je angsten. Welke angsten herken je? Vraag jezelf bij elke angst af hoe je je zou gedragen als je deze angst niet zou voelen? Wat zou je doen als je de angst wel zou voelen, maar er niet naar zou luisteren? Hoe ziet je gedrag er uit? Hoe ziet je leven er uit? Hoe zou je je voelen? Je zult verbaasd zijn hoeveel energie het je geeft als je je angsten stap voor stap eens onder de loep neemt. Misschien realiseer je je niet eens dat je van een afstandje naar je angsten kunt kijken. Realiseer je: je bent niet je angsten, je hebt angsten. Je angsten zorgen ervoor dat je je vuur niet kunt voelen, zien, ervaren. Ze zorgen ervoor dat je leven lauw of misschien zelfs koud is geworden. Het kan ook zijn dat je innerlijke vuur verschraald is omdat je verhalen bent gaan geloven die anderen je hebben verteld. De reacties van anderen op hoe jij denkt/dacht, eruitziet/-zag en/of je gedraagt/gedroeg, hebben je beelden over je zelf negatief beïnvloed. Je bent de door jou als negatief ervaren reacties als ‘waar’ gaan zien, met alle gevolgen van dien. Je schaamte over je ‘zijn’ hebben je verwijderd van jezelf en je vuur minder laten branden. De weg terug, naar het warme innerlijke vuur, is altijd mogelijk als je serieus neemt wat en wie jou energie geeft, wat je blij en enthousiast maakt. Als je afstand neemt of zoveel mogelijk op afstand houdt wat je te veel energie kost en dingen doet en mensen ontmoet die je goed doen, zul je merken dat je energieker wordt. Je vuurtje wordt opgestookt. Wil je (meer) innerlijk vuur, onderzoek je angsten en zoek uit wat je energievreters en je energieleveranciers zijn en handel naar je eigen conclusies!

Je bent verhalen gaan geloven die een ander vertelt.