Misschien ken je het wel: je hebt regelmatig contact met de ander en je merkt zaken op waar je je zorgen over maakt. Omdat je de ander meemaakt, zie je loepzuiver waar zijn/haar blinde vlek zit. Het kan zijn dat de ander vaak het gesprek naar zich toetrekt en nauwelijks aandacht voor iemand anders kan opbrengen. Ook is het mogelijk dat de ander makkelijk negatief over een ander praat en erg kritisch is. Een ander euvel is dat iemand makkelijk over situaties, dingen of over een ander praat, maar weinig van zichzelf laat zien. Of de ander heeft een lage dunk van zichzelf. Allemaal zaken die het waard zijn te bespreken. Je aarzelt om je zorg te delen met de persoon in kwestie. En je vindt allerlei redenen om dat niet te doen. Je wilt de ander niet pijn doen. Je wilt niet dat de ander boos wordt. Je bent bang dat de ander jouw opmerkingen zal ontkennen. Als de ander jou werkelijk aan het hart gaat, draai dan niet om de hete brei heen. Zeg wat je op je lever hebt. Zeker als datgene wat de ander denkt, doet en uitstraalt gevolgen heeft voor de eigen ontwikkeling of op het leven van iemand anders. Zeg wat je waarneemt en focus je op datgene wat de ander verder helpt.  Wat hij/zij daadwerkelijk kan veranderen. Vertel wat de ander kan doen om een betere versie van zichzelf te worden. Weet dat het goed mogelijk is dat de ander zich nauwelijks of niet bewust is van datgene wat je aankaart. Grote kans dat de ander onbewust en onschuldig is. De ander kan namelijk, net als jijzelf, niet alles van zichzelf weten. Zelfs als de ander zich bewust is  van de blinde vlek, ga dan nog uit van de onschuld van de ander, omdat die niet weet wat ie kan doen om dat te veranderen. Je mag je druk maken om de ander. Daar is niks mis mee. De ‘waarheid’ mag je zeggen, mits het voortkomt uit de oprechte wens dat de ander beter tot zijn/haar recht komt.