Je hebt het vast wel meegemaakt dat je een kleinerende of sarcastische opmerking naar je hoofd kreeg. Dit kan gebeuren en is onplezierig. Als de ander het op regelmatige basis doet, kun je het niet op zijn beloop laten. De ander laat op een onaangename, ondermijnende manier blijken dat hij/zij het niet met je eens is of je zelfs dom of verkeerd bezig vindt. De ander is natuurlijk volledig vrij om te denken wat hij/zij vindt. De wijze waarop maakt natuurlijk wel uit. Als de ander je ‘aanvalt’ op een indirecte, ongrijpbare manier en zelf niet de openlijke confrontatie aangaat, dan is het zaak dat jij dat wel doet. Je hoeft jezelf niet te laten neerhalen. Vraag direct op de man/vrouw af wat de ander bedoelt met zijn/haar opmerkingen. Geef zelf niet aan wat je ervan vindt, maar dwing de ander open kaart te spelen of terug te krabbelen. Speel geen open kaart wat jij ervan vindt, maar laat de ander kleur bekennen. Kijk de persoon recht in de ogen, leun achterover en wacht rustig de reactie af. Zeg pas na de reactie van de ander hoe jij de opmerking hebt ervaren. Voorkom dat de ander veel gezichtsverlies lijdt, erg afgaat. Daar heb je uiteindelijk niets aan. Geef de ander de ruimte om enigszins zijn/haar gezicht te redden. Zeg wat je ervaart, maar maak geen vijand.