Misschien herken je het bij jezelf of bij een ander: je bent ergens en je voelt dat je geen aansluiting krijgt. Je doet je best, maar er komt geen (goed) gesprek op gang. Je voelt dat de ander geen interesse in je heeft, er is geen klik. Een groot risico is dat je je overdreven gaat gedragen om maar gezien te worden. Of dat je vluchtneigingen krijgt. Een ding is duidelijk: als je geen aansluiting kunt vinden, doet dat bijna altijd iets met je zelfvertrouwen. Dat is volstrekt normaal. Als je geen aansluiting vindt, is er geen reden tot teleurstelling of moedeloosheid. Er is wel reden om aan de slag te gaan. Belangrijk is dat je informatie krijgt over de indruk die je op anderen maakt. Hoe kom je over? Wat straal je (onbewust, ongewild) uit? Vraag aan mensen die jou goed kennen en die je vertrouwt hoe je op hen overkomt. En vraag of ze zich hun eerste indruk van jou nog weten en of ze die met je willen delen. Daar kan interessante, bruikbare informatie uitkomen. Vraag hen om tips, aanwijzingen en ervaar deze niet als kritiek maar als hulp. Daarnaast is het goed om meer zicht te krijgen op je manier van communiceren. Luister je empathisch? Laat je je interesse en betrokkenheid zien? Stel je vragen en luister je naar het antwoord? Speel je in op wat de ander zegt of begin je altijd je eigen verhaal en trek je daardoor de aandacht naar je toe? Het is noodzakelijk dat je hier zicht op krijgt om (meer) te weten te komen waarom je lastig aansluiting krijgt. Groot gevaar is dat je degenen bij wie jij geen aansluiting vindt als de oorzaak ziet: ze willen me niet, ze hebben al een groep gevormd en laten niemand meer toe, etc. De oorzaak bij de ander leggen is het recept om niet tot een oplossing te komen. Je hoeft dan niet naar jezelf te kijken en de ander zal het oordeel dat je over hem/haar hebt haarscherp voelen en ook zijn/haar best niet voor je willen doen. Zie het gevoel van geen aansluiting kunnen vinden als een belangrijk signaal dat je meer te weten moet komen over hoe je overkomt en hoe je communiceert.